Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Ten ware, dat Ik de [54]toornigheid des vijands [55]schroomde, dat niet hun tegenpartijen zich [56]vreemd mochten houden; dat zij niet mochten zeggen: [57]Onze hand is hoog geweest; de HEERE heeft dit alles niet gewrocht. 54. Of, terging. 55. Menselijk van God gesproken. De zin is: ten ware dat Ik zulks naliet om de eer mijns naams, opdat die onder de heidenen niet gelasterd worde. 56. Te weten, alzo, dat zij niet zouden willen weten dat Ik het gedaan had om Israels gruwelijke zonden, maar dat zij door hulp van hun afgoden Israel alzo hadden vermeesterd en uitgeroeid. 57. Dat is, wij hebben door onze macht de overhand over Israel bekomen; het is Gods werk niet.